Scholen en onderwijsinstellingen en gevolgen coronacrisis
Scholen en onderwijsinstellingen zijn nu een heel jaar aan de slag om hun leerlingen en studenten te helpen met de gevolgen van de coronacrisis.
Dat levert verschillende resultaten op, zo blijkt uit de nieuwste voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs. Ook zien docenten dat sommige leerlingen en studenten minder gemotiveerd zijn en meer moeite hebben met leren. Dat schrijven onderwijsministers Dijkgraaf en Wiersma aan de Tweede Kamer.
Bij leerlingen in het primair onderwijs en de onderbouw van de middelbare school zijn er verschillen zichtbaar in de toetsresultaten van het vorige schooljaar 2021-2022. Bij begrijpend lezen zijn leerlingen op de basisschool over het algemeen zo goed als bij. De resultaten van het vak Engels op de middelbare school zijn zelfs meer verbeterd dan verwacht.
Daar staat tegenover dat in sommige vakken de leerlingen vorig schooljaar nog steeds minder vooruit zijn gegaan dan verwacht. Dat is het geval bij spelling in het primair onderwijs, rekenen-wiskunde in zowel het primair als het voortgezet onderwijs en Nederlands in het voortgezet onderwijs. Leraren verklaren de verschillen doordat leerlingen bij sommige vakken vooral extra vlieguren moeten maken om de stof in te halen, zoals bij lezen, en dat deze extra uren nu gemaakt zijn. Bij rekenen-wiskunde gaat het meer gestapeld: als je een deel van de stof niet begrijpt, is het moeilijker om de vervolgstof onder de knie te krijgen. Dit vraagt dus blijvende aandacht van scholen.