Oude voetbalhelden komen samen: ‘Fortuna heeft Vlaardingen op de kaart gezet’
Nog één keer halen voetbalhelden van vroeger herinneringen op over Fortuna Vlaardingen. De aanstaande woningbouw op het terrein van de oude club langs de Marathonweg is aanleiding om een aantal prominenten uit te nodigen voor een mini-reünie. En dus zitten Jan Bouman, Cees Bouman, Peter Eikelenboom en Jan Baksteen op de praatstoel.
“Fortuna heeft Vlaardingen op de kaart gezet”, luidt het overtuigende betoog van Jan Baksteen. De verdediger maakte onderdeel uit van het kampioenselftal van 1961/1962. “Wij hebben meegemaakt dat er nog 36 loggers in de haven lagen en dat er Vlaggetjesdag was, maar dat was alles wat je had in Vlaardingen. Maar toen werden wij kampioen van een grote afdeling. Dat bracht wat teweeg.”
Baksteen refereert aan het kampioenschap in de Eerste Divisie. Toentertijd waren er nog twee Eerste Divisies. Heracles won de andere afdeling en in de promotiewedstrijd ging het mis voor Fortuna Vlaardingen. Zo werd op een haar na een gang naar de Eredivisie gemist. Misschien maar goed ook, denkt Baksteen. “Als wij Eredivisie hadden gaan spelen, hadden we een hele andere accommodatie moeten hebben.”
Zijn voetbalvriend – spits Jan Bouman – kan zich met terugwerkende kracht verbazen over hoe het terrein van Fortuna erbij lag. “Er waren zo’n 15.000 mensen”, zegt Bouman. “Bij ons stond alles door elkaar. En vier politieagenten liepen daar rond.”
‘Janken in de kleedkamer’
Bouman miste de promotiewedstrijd van Fortuna. En dat doet nog steeds pijn. “Zo’n wedstrijd wil je van je leven niet missen. Ik durf het nou rustig te zeggen: ik zat te janken in de kleedkamer. Ik kon niet spelen. Het ging niet”, aldus Bouman.
In het kampioensjaar maakte hij 35 doelpunten. Bouman speelde mede door dat succes ook nog bij Sparta, maar Fortuna was zijn thuis. “Fortuna was je leven”, vertel hij. Ook broer Cees, die zich later ook bij het eerste elftal voegde, onderschrijft dat. Hij ziet een leven vol ups en downs en alles is verbonden met Fortuna. “Wij speelden bij de Zwolse Boys. Toen kreeg m’n moeder een hersenbloeding. We stonden te juichen. En toen werden we op onze schouders getikt. Dat vergeet je nooit meer.”