foto ter illustratie, bron: Politie

Hoe een oplettende burger een explosie en plofkraak in eigen straat voorkwam: ‘Als ‘ie afgaat ben jij je huis kwijt, en je buren ook’

In het holst van de nacht staan vier mannen een scooter in een wit busje te laden. Richard van Z., Surendy T., Ghursmain B. en Christopher M., hebben op 6 maart de scooter net ingeladen en de deuren van het busje dichtgedaan als de politie komt aanrijden. Een oplettende buurtbewoner heeft de vier gezien en vertrouwt het niet. Als de politie kijkt in het busje, schrikt de agent zich rot. Onder een deken liggen twee explosieven die veel gebruikt worden bij plofkraken.

De vier verdachten kwamen net uit het huis van Henk S. aan de Bleekstraat zetten. Daar hebben de mannen ruzie gehad. Er was namelijk een plan om een plofkraak te plegen bij de pinautomaat bij de Albert Heijn in Holy. Het plan was simpel. Henk S. en Richard van Z. zorgden voor de explosieven en de scooter. Surendy T., Ghursmain B. en Christopher M., moesten de plofkraak plegen. Maar zo ver kwam het niet. 

Henk S. had namelijk zijn huis beschikbaar gesteld voor de medeverdachten. Daar konden ze de scooter, het gereedschap en de explosieven tijdelijk stallen. Na de kraak zouden de vier ook weer terugkeren naar het huis van S., om daar de buit te verdelen. Maar Henk voelt aan zijn water dat iemand ze doorheeft en stuurt de vier medeverdachten weg.

‘Heet onder de voeten’

Tijdens de rechtszaak zijn de rechters benieuwd waarom S. plotseling de anderen op de dag van de plofkraak wegstuurt. “Ik hoor mijn buurman om kwart over 1 ‘s nachts nog op de trap want die huizen zijn heel gehorig. Die man moet normaal om 5 uur ’s ochtends op. Het werd me te heet onder de voeten. Dus ik heb gezegd: ‘jongens, eruit met die spulletjes en deurtje dicht.’”

Henk S. is op dat moment ook beschonken, zo zegt hij ook zelf. De andere vier krijgen ruzie met Henk, zo zegt hij. Er ontstaat een handgemeen maar hij weet de vier mannen naar buiten te werken. Daar laden de vier de spullen in het busje, waaronder de scooter. Dat valt een buurtbewoner op, die denkt dat er een scooter wordt gestolen door de vier mannen. De alerte buurtbewoner belt de politie en die rijden niet veel later de straat in. De deuren van het busje lijken dicht, en de sleutel is bij geen van de vier te vinden. Niet veel later vindt de politie de sleutel in een plantenbak.

De vier mannen staan wat nerveus bij het busje als de politie vraagt wat ze daar doen. Ze zeggen niks met het busje te maken te hebben. Richard van Z. verklaart dan aan de politie dat hij net uit het huis van een vriend is gekomen, waarbij hij doelt op het adres waar Henk S. woont.

Mysterieuze Roger K. 

Daarna worden de explosieven ontdekt en worden de vier mannen aangehouden. Niet veel later volgt ook de arrestatie van Henk S., want de buurtbewoner was het opgevallen dat er veel lawaai uit die woning kwam. De politie neemt de telefoons in beslag en komt er via een bekentenis van Henk S., al snel achter dat de vijf mannen bezig waren met het voorbereiden van een plofkraak op een pinautomaat.

De telefoons van de vijf verdachten worden uitgelezen en dan blijkt er plots een zesde verdachte te zijn. Roger K. zou Richard van Z. en Henk S. hebben geholpen met het voorbereiden van de plofkraak, zo denkt het Openbaar Ministerie. Roger K. staat alleen niet terecht, want hij is kort na de verijdelde plofkraak uitgeleverd aan België om daar een celstraf van 14 jaar uit te zitten. 

Uit het telefoonverkeer blijkt volgens het Openbaar Ministerie een duidelijke rolverdeling. “Henk S., Richard van Z. en Roger K. zijn de organisatoren. Ghursmain B, die S. en Van Z. nog uit de gevangenis kent, ronselt de ‘soldaten’ die de plofkraak moeten uitvoeren. Maar volgens B., Surendy T. en Christopher M., klopt daar niks van. “Niemand heeft mij geregeld”, aldus Surendy.

‘Een sappie doen’

Volgens Ghursmain B., en Christopher M., gingen ze ‘een sappie’ bij Henk S. thuis doen. Ghursmain en Christopher kennen elkaar van vroeger en Christopher, die nog nooit met justitie in aanraking kwam, zou volgens hem zijn uitgenodigd om mee te gaan. Als de rechters en de Officier van Justitie willen weten hoe Surendy T., dan in de Bleekstraat terecht komt, wordt het een surrealistisch schouwspel tussen de Officier van Justitie en de verdachte.

“Hoe wist je dan dat je op de Bleekstraat moest zijn”, vraagt de Officier van Justitie (OvJ) aan Surendy. “Dat wist ik gewoon.” Bij zowel de rechters als de OvJ is er een blik dat ze niet helemaal snappen wat hij bedoeld. Dan vraagt de OvJ: “Een soort ingeving van hogerhand?” Daarop komt er een kordaat antwoord van de verdachte die volgende maand ook nog terecht staat voor een moord bij een pinautomaat in Rotterdam: “Ja.”

Nadat de vijf verdachten zijn aangehouden wordt het explosief, een zogeheten pizzaschuif, onschadelijk gemaakt. Volgens een teamleider die het explosief opruimde had het de kracht om tot 50 meter dodelijk te kunnen zijn als het ongecontroleerd ontploft. En dat lag bij Henk S. op de computerkast. “Ik wist niet dat dat ding op scherp stond, anders had ik het nooit in huis genomen.”

De Officier van Justitie vraagt aan Henk S. of hij nagedacht heeft over de gevolgen als de pizzaschuif in huis zou afgaan. “Ik heb er niet over nagedacht. Dat het echt zo scherp zou staan wis ik niet.” De pizzaschuif is gevuld met flitspoeder, normaal wordt dat gebruikt bij vuurwerk, maar in een aanzienlijke hoeveelheid is de explosieve kracht groot. Zo geeft de OvJ het voorbeeld aan Henk S.: “Als dat ontploft, dan ben jij je huis kwijt, maar je buren ook.”

Het Openbaar Ministerie heeft tegen Henk S. en Richard van Z. drie jaar celstraf geëist waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Ghursmain B. en Christopher M. zouden volgens de OvJ twee jaar de bak in moeten waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Surendy T. moet net zo lang de gevangenis in, zonder voorwaardelijk deel van zijn straf. “Hij zit tijdens het hele proces te lachen en hij heeft op geen enkele manier meegewerkt. Dan ga je dat terugzien in de straf.”